Sinds de start van de borstkankerscreening worden de teams van radiologen die screeningsonderzoeken beoordelen elke drie jaar gevisiteerd. Het in 2001 geïntroduceerde positief voorspellende waarde (PVW) - verwijsdiagram helpt visitatieteams om screeningsuitkomsten te analyseren. De studie van Tanya Geertse toont dat het diagram inzicht geeft in de samenhang tussen verwijscijfer, detectiecijfer en PVW. Hierdoor worden prestatieverschillen zichtbaar en kunnen visitatieteams gerichte aanbevelingen doen om de kwaliteit van de beoordeling door screeningsradiologen verder te verbeteren.
Sinds de start van de Nederlandse borstkankerscreening is kwaliteitsborging een vast onderdeel van het programma. Elke drie jaar vindt een visitatie plaats, waarbij teams van screeningsradiologen – de beoordelingseenheden (BE’s) – worden geëvalueerd. Voor radiologen is inzicht in hun prestaties belangrijk om te weten waar verbetering mogelijk is. Belangrijke parameters zijn het verwijscijfer, detectiecijfer en de positief voorspellende waarde (PVW). Omdat deze cijfers samenhangen, is het nuttig ze in samenhang te bekijken.
Daarom introduceerde Robert Blanks[1] in 2001 het PVW-verwijsdiagram. Dit diagram zet de PVW uit tegen het verwijscijfer en toont het detectiecijfer als ‘isobaren’. Ook kunnen streefwaarden en landelijke gemiddelden worden toegevoegd. Zo krijgen visitatieteams een duidelijk beeld van prestaties.
In onze studie onderzochten we of dit diagram geschikt is om prestaties te monitoren en aanbevelingen te doen. We analyseerden visitatiegegevens van 12 BE’s uit 2010–2019. De diagrammen lieten grote verschillen zien tussen BE’s. Bij eerste screeningsonderzoeken varieerde de PVW van 4,9% tot 23,7%, bij vervolgscreeningsonderzoeken van 21,2% tot 54,3%. Streefwaarden werden vaker gehaald bij vervolgscreeningsonderzoeken (2010: 8 BE’s; 2019: 10 BE’s) dan bij eerste screeningsonderzoeken (2010: 0 BE’s; 2019: 5 BE’s). Dit leidde tot meer aanbevelingen voor eerste screeningsonderzoeken (24 versus 13). Alle adviezen gingen over het aanpassen van het verwijscijfer. In 17 van de 24 gevallen verbeterde dit in de gewenste richting, maar niet altijd genoeg om streefwaarden te halen.
Conclusie: het PVW-verwijsdiagram is waardevol om onderprestatie te signaleren en gerichte adviezen te geven. Feedback op BE-niveau helpt, maar blijkt niet altijd voldoende voor individuele radiologen. Groepsfeedback gecombineerd met persoonlijke feedback kan de effectiviteit vergroten.
Blanks RG, Moss SM, Wallis MG (2001) Monitoring and evaluating the UK National Health Service Breast Screening Programme: evaluating the variation in radiological performance between individual programmes using PPV-referral diagrams. Journal of medical screening 8(1): 24–28
Tany Geertse, Eric Tetteroo, Maartje Smid-Geirnaerdt, Lucien Duijm, Ruud Pijnappel, Daniëlle van der Waal D, Mireille Broeders. Applying the "positive predictive value-recall diagram" to monitor performance and provide recommendations for screening radiologists. Eur Radiol. 2025 Sep 4. doi: 10.1007/s00330-025-11978-3.